Pallas > Druk 3: boek 1
Hoofdstuk 12, tekst B: Andromache rouwt om Hektor
1. Niemand van de mannen en vrouwen bleef in de bolwerken van Troje: want het lot van leider Hektor deed allen verdriet. Als eersten renden Andromache, zijn vrouw, en Hekabe, zijn moeder, naar de wagen en raakten zijn hoofd aan.5. Daarna droeg Priamos hem zijn huis in en legde hem op een bed neer. Andromache omvatte met haar handen zijn hoofd en begon met de weeklacht:
"Lieve man, jij stierf jong en laat mij als weduwe achter!
10. Want een vijandig man bracht jou, wachter en redder van Troje, met zijn speer ten gronde in de strijd. Wij hebben een heel klein kind, en zijn naam is Astyanax: want jij, lieve Hektor, jij was altijd de bewaker en heerser van de burcht. Maar nu voorspel ik jou, mijn kind, dit:
15. eerst zullen de Grieken de eerste stad verwoesten, daarna zullen zij ons wegvoeren in slavernij. Dan zal jij, mijn kind, slaaf zijn van een slechte meester. Of iemand van de Grieken zal jou bij je hand vastpakken en van het bolwerk werpen. De Grieken zijn boos op jouw vader, omdat hij een broer of vader of ook een zoon ten gronde richtte. Want jouw vader doodde velen in de bittere strijd!"