Examenboeken > 2006: Eeuwige haat: Rome en Carthago
pag. 160 - Als een vader 26.50.1-9
Vervolgens werd er door de soldaten als gevangene een volwassen meisje bij hem gebracht, van zo’n uitzonderlijke schoonheid dat ze, waar ze ook maar ging, aller ogen [naar zich] toetrok. Toen Scipio informeerde naar haar vaderland en haar ouders, vernam hij onder andere dat ze verloofd was met een vorst55 van de Celtiberiërs; de jongeman heette (had de naam) Allucius. Nadat hij dus onmiddellijk haar ouders en verloofde van huis had ontboden [en] toen hij intussen hoorde dat hij smoorverliefd was op zijn verloofde, sprak hij hem, zodra hij was gekomen, in zorgvuldiger bewoordingen dan haar ouders toe.
‘Ik spreek [jou] aan,’ zei hij, ‘als jongeman tot jongeman, opdat er des te minder verlegenheid in dit gesprek tussen ons is. Ik, toen jouw verloofde, na gevangen-
60 genomen te zijn door onze soldaten, bij mij was gebracht en ik hoorde dat zij jou na aan het hart lag en haar schoonheid [dat] geloofwaardig maakte, omdat ikzelf, als ik zou mogen genieten van het vermaak van de jeugd, vooral bij een rechtschapen en wettige liefde, en staatszaken mijn (onze) geest niet in beslag hadden genomen, zou willen dat mij vergeving werd geschonken, als ik al te hartstochtelijk van mijn verloofde zou houden, steun jouw liefde, van wie ik [de liefde] kan [steunen]. Jouw verloofde is bij mij met hetzelfde respect behandeld
65 als bij jouw schoonouders, (en) haar ouders; ze is voor jou bewaard om als een ongeschonden en mij en jou waardig geschenk aan jou te kunnen worden gegeven. Deze ene beloning beding ik voor dit geschenk: wees een vriend voor het Romeinse volk en, als je gelooft dat ik een goed man ben, zodanig als deze volkeren al eerder mijn vader en oom kenden, weet dat er velen gelijk aan ons in de Romeinse burgergemeenschap zijn en dat er vandaag [de dag] geen enkel
70 volk op aarde genoemd kan worden waarvan je minder [graag] wilt dat het voor jou en de jouwen een vijand of liever wilt dat het een vriend is.’